ZANDERLAND - Nederlands - Vissoorten - Snoek

 

Tampere Region - Finland

 
 

Reuzensnoeken in de meren

 
Video: Ruovesi Näsijärvi Tarjannevesi Längelmävesi  
 
 
 
Snoek komt in alle wateren voor. In het openwatervisseizoen wordt hoofdzakelijk met werphengel en sleepvissen op snoek gevist. Het visseizoen begint in mei en duurt onafgebroken tot november.

Een van de twee beste seizoenen valt na de paaitijd, in het begin van de zomer, voordat het water definitief opwarmt. In de ondiepe meren in de regio Tampere begint het vissen in de eerste helft van mei al resultaat op leveren. In de diepere meren begint het beste seizoen in de tweede helft van mei.
 
 
 
In het begin van de zomer zit de snoek niet diep
 
In het begin van het seizoen vindt u de beste vangplekken voor grote snoeken in de buurt van baaien waar wordt gepaaid, in water van 3-5 meter diep. Na het paaien heeft de grote roofvis honger en bijt hij gemakkelijk in het kunstaas van een werphengel, dat op de juiste tijd en de juiste plaats wordt aangeboden. Ook sleepvissen in dezelfde gebieden is effectief. Wie weet volgt een uniek gevecht met een sterke knaap van een meter lang.

Juni met zijn lichte nachten is potentiële snoektijd en biedt goede mogelijkheden om een grote snoek aan de haak te slaan.

In juli is het water opgewarmd en duiken de grote snoeken naar grotere diepte, waar ze moeilijker te vangen zijn. Met een werphengel kunt u een wat kleinere snoek treffen en soms zelfs een grote, vooral bij sleepvissen met gebruik van gewichten. In de hitte van juli komen grote snoeken in open water soms vanuit de diepte naar de oppervlakte en midden in de nacht kunt u stevig beet krijgen tijdens het vissen op snoekbaars.

Goede werpplekken in de zomer zijn rietvelden en ondiepten, waar fonteinkruid en andere waterplanten voorkomen.
 
 
 
 
De herfstsnoek ligt op de loer langs de rand van diep water
 
De hele herfst, vanaf augustus, is potentiële snoektijd. Het water begint langzaam af te koelen en de nachten worden langer. Op de viskalender van augustus staan vele aantekeningen van fraaie snoekvangsten in de avonduren.

Het tweede topseizoen om te snoeken begint in de tweede helft van september en loopt door tot eind oktober. De hengelaar die jaagt op een reuzensnoek doet er in de herfst goed aan langs oevers en rond klippen naast diep water te vertoeven. In de herfst bijt een grote snoek in pluggen, lepels en lokvisjes van de sleepvisser, bij voorkeur op 5-10 meter diep in de buurt van de bodem of in het tussenliggende water, zodat het goed is om verzwaarde en diep duikende pluggen te gebruiken.

In de grote meren duurt de snoektijd tot aan november. Dan kan de werphengelaar opnieuw proberen vanaf de oever die kanjer te vangen, terwijl ze al bezig zijn zich terug te trekken onder het ijs. In vele meren bevinden de grote snoeken zich ook aan het eind van de herfst diep in het open water.

Hoewel een snoek de hele dag bijt, varieert de beste beettijd per seizoen. In het voorjaar en de zomer is de snoek ’s morgens vroeg en ’s avonds het meest actief.

In de herfst bijt de snoek vaak midden op de dag het gretigst. Ook in de avondschemering, wanneer de zon ondergaat, wordt soms gretig gebeten.

De snoek is een dankbare vis om te vangen, omdat hij in principe de hele dag naar kunstaas hapt, wanneer dat op zijn weg komt. Het is dus altijd tijd om op snoekenjacht te gaan.
 
 
 
 
Talloze hotspots
 
De grote meren in de regio Tampere tellen vele droomstekken voor jagers op grote snoek. Talloze hotspots vindt men o.a. in het diepe en versnipperde, 200 km2 grote watersysteem tussen Virrat, Vilppula en Ruovesi in het noordelijk deel van de regio.

De legendarische Paloselkä in Vilppula was in de jaren ’90 het bekendste gebied met grote snoeken van Finland, waarin bijna meer vissen van meer dan 10 kilo werden gevangen dan in alle andere meren samen. De Vilppureitti route biedt nog steeds goede mogelijkheden om snoeken te treffen van 5-10 kilo of zelfs nog groter.

Andere belangrijke plekken in de grote meren in de regio Tampere om grote snoeken aan te treffen zijn Toutonen aan het Pyhäjärvi meer in Lempäälä, Längelmävesi, Kulo-Rautavesi in Vammala en Kyrösjärvi in Ikaalinen. Als voorbeeld kan verteld worden dat enkele jaren geleden een werphengelaar binnen twee weken drie snoeken van 9-10 kilo ving!

Ook in vele middelgrote en kleinere meren kan men een grote snoek aantreffen.
 
 
 
 
Een typische meersnoek weegt 0,5-3 kilo. In de beste wateren zijn snoeken van 3-5 kilo normaal, hoewel geen dagelijkse vangst. Jaarlijks worden er in de diverse watergebieden ook talloze van 5-10 kilo gevangen. Om een reus van meer dan 10 kilo te treffen vergt een flinke dosis geluk.

Hoewel de snoek zonlicht niet al te zeer schuwt, is zijn eetlust bij bewolkt weer het grootst. Ook een buitje op zijn tijd hindert niet.

Op snoek wordt gevist met verschillende pluggen, lepels, spinners, jerks en jigs. De snoek is een slokop die ook gulzig hapt op lokvisjes, verzwaard kunstaas, vliegen en bijna alle soorten kunstaas. Hoewel veel vissers de voorkeur geven aan vrij korte, dikke pluggen, zijn grote, 13-18 cm lange pluggen het populairst om grote snoeken te vangen.